De klimaatpolitiek staat in deze periode weer volop in het centrum van de belangstelling: de klimaatconferentie in Glasgow is net afgesloten, en de Vlaamse regering heeft eindelijk werk gemaakt van een klimaatplan. De vraag is echter in welke mate zulke plannen het gewenste effect zullen hebben, als ze niet méér rekening houden met de dagdagelijkse werkelijkheid van de man in de straat. Is er een manier om te kunnen inschatten of klimaatmaatregelen uiteindelijk het gewenste effect zullen hebben?
Het nieuwe Vlaamse klimaatplan wordt niet zonder slag of stoot aanvaard. De kritische kanttekeningen komen vooral uit politieke hoek en vanuit het middenveld. In het algemeen, zo luidt de kritiek, missen de individuele maatregelen een consequent doorgetrokken rode draad, en duidelijke keuzes. Hoe kan je als overheid immers mensen overtuigen om hun huis niet langer met gas te verwarmen, en voor duurzame alternatieven te kiezen, als diezelfde overheid kiest voor gascentrales om elektriciteit op te wekken? Los van een gebrek aan dit soort duidelijke keuzes komt er ook kritiek op de praktische werkbaarheid. Het plan legt moeilijke keuzes rond duurzaamheid en renovatie bij de burger, en mist kansen om bv. gezinnen te ondersteunen bij het praktisch (financieel) haalbaar maken van die renovaties. Moeilijke keuzes leggen bij de burger, te weinig sociale maatregelen,... Kortom, er wordt te weinig rekening gehouden met de dagelijkse realiteit van de gemiddelde Vlaming. En dat leidt tot gedemotiveerde mensen die afhaken. Ook voor onze bedrijven is afwachten geen optie. Toonaangevende bedrijven zetten proactief al volop in op innovatie in governance, digitalisering en energie-efficiëntie.
Anthony Iudicello: “Ondanks het wat ongelukkige debat hier in Vlaanderen, zijn er toch een heel aantal interessante take-aways vanuit Glasgow #COP26. In tegenstelling tot vorige edities staat ‘innovatie’ centraal op de conferentie. Zo werd Tech For Our Planet gelanceerd, een hackathon waarbij digitale bedrijven de kans krijgen om hun software oplossingen te pitchen in het aanpakken van klimaatuitdagingen.
Het objectief is steeds data glashelder te visualiseren. Het is een hele uitdaging om inzichten op basis van data rond energieverbruik en koolstofuitstoot te vertalen naar gebruiksvriendelijke apps, tools en platformen. Laagdrempelige technologie aanbieden die aangepast is aan de leefwereld van de eindgebruiker is hier essentieel. Net dat laatste aspect is een van de belangrijkste speerpunten in de digitale productontwikkeling die Pàu aanbiedt. Hierover ga ik graag in dialoog met het Strategy Team van Pàu.”
Jan Derboven, User Experience Researcher bij Pàu, deelt zijn ideeën over een human-centered klimaatbeleid: “Het probleem zit hem vaak niet zozeer in de - goed bedoelde - inhoud van de politieke beslissingen, maar eerder in de uitwerking ervan. Gewenst gedrag bereik je immers niet door het simpelweg op te leggen, maar wel door het ideale gedrag zo eenvoudig mogelijk te maken. Dat is behavioral design: het inzetten van ontwerp om menselijk gedrag vorm te geven en te sturen. Als je het gewenste, duurzame gedrag gemakkelijk maakt, zullen mensen er ook voor kiezen. Het verleden heeft aangetoond dat die aanpak ook in de praktijk werkt. In 2009 al installeerde de Amerikaanse overheid het ‘Cash for Clunkers’-initiatief, dat mensen toeliet om een oude auto in te ruilen voor een waardebon goed voor een korting tot 4.500 dollar op een nieuwe, zuiniger wagen. Een eenvoudige ruil, met weinig administratieve last. Die eenvoudige ruil zorgde ervoor dat het initiatief bijzonder succesvol was: binnen één week was het voorziene subsidiebedrag opgebruikt”.
Het gewenste gedrag zo makkelijk mogelijk maken: een mooi principe, maar makkelijker gezegd dan gedaan, natuurlijk. Iets ‘zo makkelijk mogelijk maken’ veronderstelt dat je een goed inzicht hebt in het leven van je doelpubliek, in de keuzes die gemaakt worden, en de drempels die er zijn om andere keuzes te maken. Dat inzicht ontbreekt wel eens. Dat inzicht krijg je immers niet in vergaderruimtes of leer je niet uit statistieken, maar enkel door - human-centered - gebruikersonderzoek te doen met je doelpubliek: met mensen praten, je inleven in hun dagdagelijkse realiteit, met eigen ogen zien waar de kansen en de beperkingen liggen.
Politici vertrouwen vaak op experts van belangenorganisaties om inzichten te vergaren, wat op zich geen verkeerde strategie is. Bij gebrek aan tijd en middelen zijn experts de beste manier om toch de juiste inzichten te krijgen. Maar wat er vervolgens gebeurt, haalt vaak de inzichten van diezelfde experts wat onderuit. Er wordt een compromis gezocht waarin verschillende elementen aangedragen door verschillende experts worden samengevoegd tot een allegaartje van maatregelen. Op die manier voelt iedereen zich op een of andere manier gehoord.
Nochtans zou het een betere strategie kunnen zijn om die inzichten niet zomaar aan elkaar te plakken, maar verder te analyseren hoe die inzichten in elkaar passen. In de IT-wereld wordt er vaak met ‘customer journeys’ gewerkt: visualisaties van de reis, de ‘journey’ die een gebruiker doormaakt bij het gebruiken van een product. Op basis van zo’n journey zie je al snel of een bepaald aspect van een product steek houdt voor een bepaald type gebruiker, of niet. Die insteek is ook perfect vertaalbaar naar andere domeinen. Zou een klimaatmaatregel gericht op één bepaalde doelgroep ook kunnen werken voor een andere doelgroep? Als dat niet het geval is, kunnen we die maatregel dan wat aanpassen, zodat het gewenste gedrag wél de eenvoudigste keuze wordt voor verschillende doelgroepen? Door op die manier de ‘customer journeys’ van verschillende groepen in de samenleving in kaart te brengen, krijg je een beter inzicht in wat wél, en wat geen steek houdt. Het allegaartje van maatregelen wordt op die manier een doordacht beleid, met een duidelijke link tussen beleidskeuzes en de concrete realiteit waarin mensen leven.
“Zo’n human-centered aanpak kan een belangrijke stimulans zijn om klimaatmaatregelen écht van de grond te laten komen. Wat houdt mensen tegen om het openbaar vervoer te nemen, in plaats van achter het stuur te kruipen? Kunnen subsidies voor renovatie op een eenvoudiger manier beschikbaar gemaakt worden, zonder lang zoeken op ingewikkelde overheidswebsites, en zonder veel administratie? Wat zijn de praktische obstakels die mensen tegenhouden om hun woning te renoveren? Gelden die obstakels voor alle mensen, of voor specifieke groepen? En hoe kunnen die obstakels weggehaald worden, zodat de duurzame keuze ook de gemakkelijkste is? Dat zijn belangrijke vragen die het verschil kunnen maken tussen succesvolle en gefaalde maatregelen. Maak de gewenste keuzes ook de eenvoudigste, oftewel het bekende KISS-design principe: Keep It Simple, Stupid”, besluit Jan Derboven.
Succesvol klimaatbeleid is dus niet noodzakelijk een kwestie van de juiste regels op te leggen, en een dure communicatiecampagne uitwerken om die regels uit te leggen. Wat is er dan wel nodig? Een goed begrip van de leefwereld van je doelgroep, en van daaruit de juiste human-centered aanpak om van het gewenste, duurzame gedrag ook gewoon de eenvoudigste keuze te maken.